Overslaan en naar de inhoud gaan

Kamerbrief: Uitgangspunten voor de uitbreiding van de arbeidsmarktinfrastructuur

12 oktober 2022

Ministers van Gennip en Schouten (SZW) delen in de kamerbrief van 11 oktober de uitgangspunten van de uitbreiding van de arbeidsmarktinfrastructuur. De brief schetst de uitgangspunten voor nadere uitwerking van de toekomstige dienstverlening op werk naar (ander) werk, met aandacht voor de ondersteuning bij personeelsvraagstukken. 

Kernpunten voor de dienstverlening naar werk

Het kabinet heeft arbeidsmarktdienstverlening voor ogen die gestoeld is op de onderstaande kernpunten. In de komende periode onderzoekt het kabinet of deze kernpunten binnen de geldende randvoorwaarden in de praktijk te brengen zijn. 

  • Bij de inzet van dienstverlening staat de behoefte van de werkende of werkzoekende centraal, niet de inkomenssituatie. Dat geldt ook voor werkgevers.
  • Werkenden, werkzoekenden en werkgevers die behoefte hebben aan ondersteuning krijgen altijd toegang tot de dienstverlening die zij nodig hebben, ongeacht waar zij zich melden: ‘no wrong door’ principe.
  • Sociale partners blijven verantwoordelijk voor werkenden (van-werk-naar-werk dienstverlening), UWV en gemeenten voor niet-werkenden (van-werkloosheid-naar-werk dienstverlening). De overheid neemt geen private verantwoordelijkheid over. Daarbij kan publieke dienstverlening van UWV en gemeenten wel aanvullend ingezet worden als daar behoefte aan is.
  • Vanuit het oogpunt van preventie neemt de overheid verantwoordelijkheid voor een beperkte groep werkenden die geen aanspraak kunnen maken op private dienstverlening en/of meer ondersteuning nodig hebben om (langdurige) werkloosheid en langer durend beroep op publieke dienstverlening te voorkomen.
  • Als uitgangspunt geldt dat de partij die verantwoordelijk is ook zorgt voor de inzet van dienstverlening die nodig is. De verantwoordelijke partij heeft de rol van arrangeur en aanspreekpunt. Dat betekent dat de verantwoordelijke partij niet altijd alle diensten zelf uitvoert. De arrangeur schakelt (ook) andere partijen in als de dienstverlening van de eigen organisatie niet toereikend is. Dit speelt met name bij de groepen die risico lopen op langdurige werkloosheid, bijvoorbeeld vanwege eenzijdige werkervaring, onvoldoende opleiding, gezondheidsklachten of privéproblemen die werken op de arbeidsmarkt moeilijk maken.
  • De dienstverlening aan werkenden, werkzoekenden en werkgevers krijgt invulling op basis van publiek-private samenwerking.
  • Daarbij bieden publieke en private partijen ieder eigen specifieke diensten aan, die een goede aanvulling zijn op de diensten van de andere partijen. Dit voorkomt overlap in de arbeidsmarktdienstverlening.
  • Doorlopende dienstverlening op basis van één intake, één diagnose en één plan bij de start van de dienstverlening om te zorgen voor soepele overgangen als de verantwoordelijkheid voor dienstverlening verschuift.
  • Stroomlijnen van de landelijke, sectorale en regionale samenwerking.
  • Eén gezamenlijke governance- en ondersteuningsstructuur op landelijk en regionaal niveau voor afstemming over en coördinatie van de regionale arbeidsmarktdienstverlening.

Vervolgproces

Samen met belanghebbende partijen op de arbeidsmarkt worden de uitgangspunten de komende tijd verder uitgewerkt en geconcretiseerd. Ook de randvoorwaarden worden uitgewerkt om integrale arbeidsmarktdienstverlening mogelijk te maken. Dit verlangt onder andere aanpassing van wet- en regelgeving, financiering en ICT-ondersteuning. De planning is om in het voorjaar van 2023 de Kamer hierover verder te informeren.

Om de periode tot inwerkingtreding van de toekomstige arbeidsmarktdienstverlening te overbruggen, wordt een vervolg gegeven aan de tijdelijke regionale mobiliteitsteams, de Tijdelijke Regeling Aanvullende Crisisdienstverlening COVID-19 (inclusief de extra middelen voor de inzet vakbonden, werkgevers, SBB, gemeenten en UWV in de RMT samenwerking) in 2023 en de tijdelijke extra financiering voor de Leerwerkloketten.