Trajecten verder aanscherpen
Het opleidingstraject duurt 15 weken en gaat over taal, vaktaal, kennis en vaardigheden voor de zorg en een stage in de wijkzorg. ‘Na het eerste traject hebben we daar digitale vaardigheden aan toegevoegd’, vertelt Swaters, ‘Mensen moeten bijvoorbeeld op hun telefoon een route door de wijk kunnen aflezen.’ Akel: ‘Zo hebben we van ieder traject iets geleerd. We hebben bijvoorbeeld de toegangseis van basale kennis van het Nederlands iets aangescherpt. Het bleek te optimistisch om het taalniveau gaandeweg het traject bij te spijkeren.’
Direct werken of verder leren
Na het traject behalen deelnemers vrijwel zonder uitzondering een deelcertificaat op mbo 2-niveau, binnen de leereenheid wonen, leven en welzijn. Daarna gaan ze werken in de huishoudelijke zorg. Of ze stromen door naar de eenjarige BBL-opleiding Helpende Zorg en Welzijn, mbo-2. Na het behalen van dat diploma kunnen ze doorstromen naar de verkorte opleiding Verzorgende IG.
‘Tijdens het eerste traject krijgen mensen inzicht in hun talenten en vaardigheden. Dan wordt ook duidelijk of doorstromen naar een vervolgopleiding een optie is’, vertelt Akel. ‘Een deelnemer uit Iran uit het eerste traject heeft het diploma Helpende Zorg en Welzijn behaald bij Zorgwacht. Nu volgt ze de BBL-opleiding Verzorgende IG bij een verpleeghuis in Utrecht. Haar uiteindelijke doel is om als verpleegkundige te werken in het ziekenhuis. Voor anderen blijkt na het eerste traject dat werken als huishoudelijke hulp de beste optie is.’