Extra administratie kwijt
Een van de mensen die het voordeel merkt van het preferente proces, is Jan van den Broek. Hij is P&O-manager en coach van werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hij werkt bij Macek Technika in Oss, producent van kunststofproducten. Het bedrijf heeft 40 medewerkers, van wie 26 een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. “De meeste medewerkers komen uit de gemeente Oss, die het preferente proces al in de pilotfase implementeerde. Wij hebben ook met een aantal andere gemeenten uit de regio te maken, die eerst andere administratieve voorwaarden hadden. Bijvoorbeeld dat je loonstrookjes iedere maand moest insturen. Die extra administratie zijn we binnenkort gelukkig kwijt, want alle gemeenten waarmee wij werken, hanteren nu het preferente proces of zijn dat aan het invoeren.”
Alle partijen hebben meegedacht
De kracht van het preferente proces is volgens Van den Broek vooral dat alle partijen daarover hebben meegedacht. “Zo konden wij als werkgevers aan gemeenten vertellen wat wel en niet werkt. Het jaarlijkse loonwaarde-onderzoek door de gemeente is daar een voorbeeld van. De gemeente stuurde de uitslag van dat onderzoek altijd met een specifiek percentage naar de medewerker toe. Dan kan het gebeuren dat iemands loonwaarde in een jaar van 53 naar 49 procent is gedaald. De medewerker zelf heeft juist het gevoel dat hij of zij heel hard heeft gewerkt, dus zo’n brief hakt er dan in. Wij merken dat aan de koffietafel in ons bedrijf, maar de gemeente niet. Het is heel goed om het daarover als partijen met elkaar te kunnen hebben. We hebben in het preferente proces afgesproken dat de gemeente alleen de conclusie doorgeeft dat iemand nog binnen de doelgroep van de loonkostensubsidie valt, zonder zo’n precies percentage.”
“Alles wat we met gemeenten doen, is met dit proces mooi strakgetrokken”, zegt Van den Broek. “We hoeven een ziekmelding bijvoorbeeld alleen nog aan het UWV door te geven, niet meer apart aan de gemeente. Dat doet het UWV nu. Het is wel jammer dat de SW-bedrijven niet in dit proces meegaan. Via de SW-bedrijven hebben wij mensen in dienst die al voor 2015 een afstand tot de arbeidsmarkt hadden. Voor hen moeten we nog steeds een apart administratief proces aanhouden.”