‘Werk als medicijn, maar lees de bijsluiter!’
Sluit aan bij iemands opleidingsniveau
Sociaal en emotioneel isolement
Werk is niet in alle omstandigheden goed voor cliënten met een psychische aandoening, stelt Ard van Oosten, in het artikel ‘Arbeid als medicijn; Vergeet de bijsluiter niet!’ in het Tijdschrift Positieve Psychologie. Het begint bij kennis. De GGZ-behandelaar moet weten of een patiënt werk heeft, wat voor werk dat is, vast, tijdelijk of zelfstandig. En vooral: wat werk betekent voor die persoon. Dat geeft de mogelijkheid om werk op een goede manier te verwerken in het behandelplan. Niet iedereen hecht immers dezelfde waarde aan werk, aldus Van Oosten. “Persoonlijk vind ik mijn werk leuk. Maar vaak wordt door behandelaars en begeleiders het eigen beeld van werk overgeplant op de cliënt. Terwijl voor hem of haar werk misschien alleen een manier is om geld te verdienen, een noodzakelijk kwaad." Volgens Van Oosten is het zaak alert te zijn op drie dingen:
- Onderschatting van de cliënt. Als je bijvoorbeeld bij een cliënt met posttraumatische stressstoornis doorvraagt naar het trauma kunnen de klachten versterkt worden omdat oud zeer bovenkomt. Dat kan leiden tot een verkeerd beeld van de mogelijkheden van de cliënt.
- Overschatting door de cliënt. Sommige mensen hebben een sterk overtrokken beeld van zichzelf en hun eigen mogelijkheden. Overleg met iemand die betrokkene goed kent om te voorkomen dat er te veel gevraagd wordt.
- Timing. Soms wil de ene begeleidende partij sneller dan de andere. Bijvoorbeeld UWV vindt dat iemand kan werken, terwijl GGZ het nog te vroeg vindt. De oplossing: contact, met elkaar praten. Te snel aan het werk is niet goed, maar te lang wachten kan ook verkeerd uitpakken.
Zoek voor mensen met een psychische aandoening niet automatisch naar simpel, laaggeschoold werk, waarschuwt ervaringsdeskundige Erik Verbart. Dat gebeurt veel te vaak. Maar voor lang niet iedereen is dat goed. Hij neemt zichzelf als voorbeeld. "Ik heb hbo afgerond. Toen ik geplaatst werd in de sociale werkvoorziening, bleek dat niets voor mij. Met alle respect voor het goede werk dat daar wordt verricht.” Er zijn zeker wel baankansen te vinden in hoger geschoolde beroepen, weet hij. Zo heeft Dow Chemical in Terneuzen meerdere goed opgeleide mensen met autisme in dienst.
De helft van de mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) herstelt wat betreft de symptomen. Maar na herstel blijkt het voor 90 procent van hen moeilijk te zijn om weer mee te doen in de maatschappij, is de conclusie uit onderzoek van Stynke Castelein, hoogleraar Herstelbevordering bij EPA. “De grootste zorgbehoefte ligt op maatschappelijk gebied”, zegt Castelein in een artikel in Zorg en Welzijn. Herstel is meer dan alleen herstel van de psychische klachten. Er is ook maatschappelijk en persoonlijk herstel nodig. Oftewel herstelgericht werken en uitgaan van wat de persoon nodig heeft. Voormalige patiënten ervaren vele problemen, waaronder op het werk, blijkt uit het onderzoek onder ruim 1000 patiënten met EPA. Daardoor belanden zij in een sociaal en emotioneel isolement. Een groot probleem, aldus Castelein. Met name dat er voor de begeleiding op de werkvloer amper budget is stemt zorgelijk, want dat is juist zo belangrijk. Daarnaast dienen GGZ en sociaal domein elkaars expertise in de wijk weten te vinden.