Overslaan en naar de inhoud gaan

Praktijkleren: voorkom spraakverwarring

Gepubliceerd op 17 september 2024

In de complexe wereld van praktijkleren ontstaat nogal eens spraakverwarring. Gesprekspartners kunnen met bijvoorbeeld ‘leerwerktrajecten’ verschillende betekenissen voor ogen hebben. Of juist verschillende termen gebruiken voor hetzelfde onderwerp. Over welke begrippen bestaan de belangrijkste misverstanden? 

Vooropgesteld: een complete verklarende woordenlijst van begrippen die te maken hebben met praktijkleren, is niet te geven. ‘Er worden nu eenmaal heel veel verschillende termen gebruikt. Je houdt bovendien altijd verschil in taalgebruik tussen de verschillende organisaties die zich bezighouden met praktijkleren’, vertelt Arie Derks (SBB).

Hij merkte het toen hij met zijn collega Mérie Michels een masterclass voorbereidde voor de Praktijkdag van de Programmaraad. ‘We hadden het op een gegeven moment over leerwerktrajecten. Voor mij is dat een van de richtingen binnen het vmbo. Mérie dacht, vanuit haar werk, juist aan de leerwerktrajecten vanuit het UWV. Op een gegeven moment kwamen we erachter dat we langs elkaar heen aan het praten waren.’

v.l.n.r. Hedy Segond von Banchet, Mérie Michels en Arie Derks
v.l.n.r. Hedy Segond von Banchet, Mérie Michels en Arie Derks

Verschil in perspectief

Zij zijn niet de enigen, merkt ook SBB-collega Hedy Segond von Banchet. ‘Het gaat eigenlijk over meer dan begripsverwarring. Er zit een verschil in perspectief achter van alle partijen die bezig zijn met praktijkleren. De ene partij richt zich op het toeleiden van kandidaten naar werk, terwijl de ander scholing verzorgt. De spraakverwarring is het gevolg van die verschillende perspectieven. Die kunnen ook leiden tot verschillende analyses van de problemen in een bepaalde regio.’

SBB heeft 6 groepen in kaart gebracht die betrokken zijn bij praktijkleren, vertelt Segond von Banchet. ‘Dat zijn de kandidaten zelf, de werkgevers, gemeenten, UWV, onderwijsinstellingen en de vakbonden. Elk van die groepen heeft een eigen rol en een eigen organisatiebelang. Dat maakt de wereld van het praktijkleren complex.’ Derks vult aan: ‘Dat sommige zaken sectoraal en andere regionaal zijn georganiseerd maakt het nog ingewikkelder.’

10 begrippen op een rij

Die complexiteit bleek ook tijdens de masterclass op 7 maart 2024, tijdens de Praktijkdag van de Programmaraad. Er bleek geen eenduidig beeld te zijn over begrippen rondom praktijkleren. Dat is – tot op zekere hoogte – wel nodig om een gesprek te hebben over hoe je praktijkleren effectief invult. Om enige duidelijkheid te scheppen hebben Derks, Segond von Banchet en Michels een aantal begrippen op een rij gezet [zie onderaan dit artikel].

Een veelvoorkomende ‘fout’ is dat mbo-verklaring en mbo-praktijkverklaring door elkaar worden gebruikt, merkt Derks. ‘Een mbo-praktijkverklaring bestaat niet; een mbo-verklaring en een praktijkverklaring wél. In het schema hebben we uitgelegd wat het verschil is. De wereld van praktijkleren is al complex genoeg. Als je dan ook nog niet-bestaande termen gaat gebruiken, wordt het nog ingewikkelder. Als wij zien dat dat gebeurt, proberen we daar altijd op te reageren.’

2 mannen met bouwhelmen kijken naar een plattegrond
Foto SBB

Verschil in perspectief

Zij zijn niet de enigen, merkt ook SBB-collega Hedy Segond von Banchet. ‘Het gaat eigenlijk over meer dan begripsverwarring. Er zit een verschil in perspectief achter van alle partijen die bezig zijn met praktijkleren. De ene partij richt zich op het toeleiden van kandidaten naar werk, terwijl de ander scholing verzorgt. De spraakverwarring is het gevolg van die verschillende perspectieven. Die kunnen ook leiden tot verschillende analyses van de problemen in een bepaalde regio.’

‘Hou ook het achterliggende doel voor ogen. Wij willen heel graag dat praktijkleren voor iedereen mogelijk is, als dat een waardevol middel is. Er zijn te veel mensen die nu aan de kant staan omdat ze het juiste papiertje niet hebben. Praktijkleren kan bijdragen aan een positieve leercultuur voor iedereen. En ja, dat vraagt dat alle betrokken partijen met elkaar communiceren en samen bekendheid geven aan praktijkleren. De spraakverwarring oplossen is dus geen doel op zich. Meer kansengelijkheid door onder andere praktijkleren, dát is waar we het voor doen.’

10 veelvoorkomende termen rondom leren in de praktijk

  • Scholing via Praktijkleren in het mbo bestaat uit een combinatie van werken en het volgen van een mbo-opleiding of een deel daarvan. Praktijkleren gebeurt grotendeels of volledig op de werkplek. 

    Praktijkleren is geschikt voor mensen die al een baan hebben en kan ook worden ingezet voor werkzoekenden. Bij een werkzoekende moet er een leerbedrijf gevonden worden dat bereid is deze persoon een leerbaan aan te bieden. Bij een plaatsing op een vacature bij een erkend leerbedrijf kan de baan worden vormgegeven in een leerbaan via Praktijkleren.

    Bronnen

  • Een mbo-certificaat wordt uitgereikt na het afronden van een deel van de opleiding waarvoor een certificaat is vastgesteld. Op https://kwalificatiestructuur.mijn.s-bb.nl staat voor welke delen van welke opleidingen een mbo-certificaat is vastgesteld. De examencommissie reikt het certificaat uit nadat ze heeft­ vastgesteld dat de student aan alle certificaateisen hee­ft voldaan. 

    Studenten die een diplomagerichte opleiding in de bol, bbl of derde leerweg voortijdig verlaten, kunnen ook een mbo-certificaat krijgen. Ze moeten dan het onderdeel hebben gehaald waarvoor een mbo-certificaat is vastgesteld. Een behaald mbo-certificaat wordt geregistreerd in het diplomaregister van DUO.

    Bron
    kwalificatiestructuur-mijn.s-bb.nl/certificaat

  • Een mbo-verklaring kan worden verstrekt aan studenten die - bij het verlaten van de opleiding - resultaten hebben gehaald waarvoor geen mbo-diploma of mbo-certificaat kan worden uitgereikt. De student moet resultaten hebben gehaald voor ten minste (een deel van) een onderdeel van de beroepsopleiding. Mbo-verklaringen worden niet opgenomen in het diplomaregister van DUO.

    Een mbo-verklaring kan verschillende resultaten bevatten: 

    • resultaten van (deel)examens
    • resultaten van (een deel van) de beroepspraktijkvorming, bijvoorbeeld in de vorm van een praktijkverklaring
    • overige resultaten

    Bron
    www.rijksoverheid.nl/wetten-en-regelingen/productbeschrijvingen/mbo-verklaring-aanvragen

  • De praktijkverklaring is een officieel document waarmee de deelnemer kan aantonen welke praktische vaardigheden hij of zij beheerst. De praktijkverklaring gaat uit van de werkprocessen uit de mbo-kwalificatiestructuur. De praktijkopleider van het SBB-erkende leerbedrijf beoordeelt welke werkprocessen de deelnemer beheerst. De praktijkverklaring kan in het SBB praktijkloket worden opgemaakt door pro-, vso- en mbo-scholen. Bij deelnemers vanuit het mbo is de praktijkverklaring onderdeel van een mbo-verklaring. Praktijkverklaringen worden niet opgenomen in het diplomaregister van DUO.

    Bron
    Praktijkverklaringen - Leven Lang Ontwikkelen 

  • Meerdere betekenissen: 

    • Definitie vmbo: Een leerwerktraject is een variant op de basisberoepsgerichte leerweg. LWT-leerlingen lopen stage bij een SBB erkend leerbedrijf en doen examen in Nederlands en het (hele) beroepsgerichte programma, profielvak én vier beroepsgerichte keuzevakken. Bij goed gevolg behaalt de leerling een vmbo-bb diploma en is hij of zij toelaatbaar tot mbo niv-2.
    • Definitie UWV en Cedris: Een leerwerktraject is een combinatie van leren en werken, de deelnemer volgt een opleiding en leert tegelijkertijd het vak bij een werkgever. Iedereen kan een leerwerktraject volgen. Ongeacht leeftijd of opleidingsniveau.

    Bronnen

  • OCW-erkende opleidingstrajecten zijn opleidingen die erkend zijn door het ministerie van OCW.  Deze erkenning betekent dat de opleidingen voldoen aan bepaalde kwaliteitsnormen en -standaarden. OCW-erkende opleidingen zijn gericht op een beroep en moeten aan wettelijke kwaliteitseisen voldoen. OCW houdt een register bij met erkende opleidingen en instellingen. Dit betekent dat een diploma of certificaat van een OCW-erkende opleiding breed wordt erkend en gewaardeerd in de arbeidsmarkt door het (regionale) bedrijfsleven. 

    Bron
    Waar vind ik een overzicht van erkende opleidingen? | Rijksoverheid.nl

  • Branchecertificaten in het kader van om- en bijscholing zijn erkenningen die aangeven dat een persoon specifieke vaardigheden of kennis heeft verworven binnen een bepaalde branche of sector.  Deze certificaten worden uitgegeven door brancheorganisaties of erkende opleidingsinstituten. Branchecertificaten worden erkend door werkgevers binnen de betreffende branche.

  • Naast de BBL (beroepsbegeleidende leerweg) en de BOL (beroepsopleidende leerweg) kent het mbo de derde leerweg. Deze optie biedt extra mogelijkheden om met een flexibel onderwijsaanbod in te spelen op de scholingsbehoeften van werkenden en werkzoekenden en hun werkgevers. Er zijn namelijk geen regels voor onderwijstijd en studieduur. Dit vergemakkelijkt voor instellingen het programmeren van onderwijsvormen als afstandsonderwijs en werkplekleren.

    Bron
    levenlangontwikkelen.nl/onderwijsinrichting/flexibilisering-in-het-mbo-de-derde-leerweg/

  • In een sectoraal Ontwikkelpad staat beschreven hoe een (beoogd) werknemer zich stapsgewijs via verschillende functies binnen een sector kan ontwikkelen tot een volledig gekwalificeerde beroepskracht. Ontwikkelpaden geven inzicht in carrièreperspectieven en bijbehorende opleidingsmogelijkheden voor werkenden én werkzoekenden. Ontwikkelpaden maken gebruik van de diverse mogelijkheden van praktijkleren in het mbo

    Ontwikkelpaden bevatten voor deze doelgroepen laagdrempelige in- en opstapfuncties en mogelijkheden voor mbo-praktijkleren met de praktijkverklaring of met mbo-certificaten.

    Bronnen