Overslaan en naar de inhoud gaan

Hervorming arbeidsmarktinfrastructuur: regio’s stevig aan de bak

19 december 2024

Verslag informatiesessie 11 december 2024

Het jaar van de waarheid breekt aan voor de samenwerkende partijen in de arbeidsmarktregio’s, nu de transitieperiode van de hervorming arbeidsmarktinfrastructuur ingaat. Er is veel werk aan de winkel met onder andere het inrichten van het Werkcentrum en het opstellen van de meerjarenagenda. Een kerstsurprise: de regio’s krijgen een extra bedrag voor de communicatie over het Werkcentrum.

Het gaat om een bedrag van ongeveer 80.000 euro per regio dat wordt opgenomen in de meicirculaire 2025 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het extraatje is bekendgemaakt tijdens de online informatiesessie op 11 december 2024. 

Thema’s in de informatiesessie

De sessie werd georganiseerd door de Programmaraad Regionale Arbeidsmarkt samen met het ministerie van SZW. Hierin zijn de regionale programmamanagers en de kwartiermakers van de Werkcentra geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen bij de hervorming arbeidsmarktinfrastructuur. Er is geen gebrek aan gespreksstof. 

Deze thema’s passeren de revue:

  1. Mededelingen
  2. Update handreikingen
  3. Landelijke ondersteuningsstructuur
  4. Collegiale uitwisseling
  5. Scholing en loopbaanadvies bij UWV
  6. Bijeenkomsten in 2025

De eerste 3 thema’s worden toegelicht door achtereenvolgens Brian Verweij (plaatsvervangend programmamanager hervorming arbeidsmarktinfrastructuur), Heidi de Bodt (senior beleidsadviseur) en Sander Pulles (coördinerend beleidsmedewerker arbeidsmarktregio’s) van het ministerie van SZW. Karsten Bulling (landelijk projectmanager voor de regionale mobiliteitsteams bij UWV) behandelt thema 5. Bij de collegiale uitwisseling brengen de deelnemers eigen punten in. Het geheel wordt in goede banen geleid door Gerlinde Scheper en Frauke van Iperen (samen de projectleiders hervorming arbeidsmarktinfrastructuur bij de Programmaraad).

  • Toekenning van-werk-naar-werk subsidie 

    Brian Verweij van SZW trapt af met twee mededelingen over ontwikkelingen bij de hervorming arbeidsmarktinfrastructuur. De eerste gaat over de subsidie voor de dienstverlening van-werk-naar-werk door de werkgevers- en werknemersorganisaties. Het ministerie beoordeelt hun aanvragen. Brian verwacht dat begin januari uitsluitsel over de toekenning wordt gegeven. 

    Het is een verantwoordelijkheid van sociale partners dat er van-werk-naar-werk dienstverlening is. “De subsidie is een impuls om dit te versterken en te organiseren voor mensen die hierop nog geen aanspraak kunnen maken.” Brian adviseert om nu al met de sociale partners en ook met andere partijen die bij deze dienstverlening actief zijn, het gesprek aan te gaan over wat zij kunnen betekenen in het regionale Werkcentrum. Dit kan ook al vooruitlopend op de toekenning van de subsidie.

    Er komt een vraag. De vakbonden geven aan dat zij van de werkenden en de opdracht van-werk-naar-werk zijn. Hoe verhoudt zich dit tot de boodschap dat meerdere partijen ermee bezig zijn en er ontschot wordt gewerkt? Als iemand bij het Werkcentrum komt, is de gids het eerste aanspreekpunt. “Daarbij staat de ondersteuningsbehoefte van de mens centraal”, zegt Brian. 

    Vanuit deze behoefte wordt gekeken naar wie iemand het beste kan helpen. Een werkende wordt misschien wel vaak verwezen naar de sociale partners vanwege hun kennis over voorliggende voorzieningen. “Het is echter niet zo dat we bij de voordeur al schotjes plaatsen.”

    Eenmalig budget voor implementatie van communicatie in regio

    De tweede mededeling gaat over de implementatie van de communicatie in de regio. “Wij zijn druk bezig om daarvoor nog extra budget voor 2025 te organiseren. We willen per regio ongeveer 80.000 euro toevoegen aan het bedrag van de decentralisatie-uitkering voor het impulsbudget.”
    Dit zal in de meicirculaire van SZW worden opgenomen. Bij het ministerie wordt gecheckt wat het precieze bedrag wordt, ook in verband met de btw-afdracht. “Zodra dat duidelijk is, communiceren we erover.”

    Brandbook in februari verwacht

    Momenteel worden een merkstrategie en logo ontwikkeld en een ‘brandbook’ gemaakt. Brian: “Dat wordt nu getoetst bij de doelgroepen van het Werkcentrum, waaronder mensen op straat. Het is super leuk om daarover reacties te krijgen. We hopen eind februari het brandbook klaar te hebben, zodat jullie in de regio kunnen toewerken naar het nieuwe logo en de nieuwe huisstijl.”

    Een deelnemer is benieuwd: gaat de landelijke website live voor of nadat het brandbook er is? Het eerste, geeft Brian aan. “Het zal in eerste instantie een eenvoudige landingspagina zijn met beperkte informatie en eventueel doorverwijzingen naar bestaande regionale sites.”

  • Belangrijke thema’s in transitieperiode

    Om de arbeidsmarktregio’s te ondersteunen, publiceert het ministerie van SZW verschillende handreikingen over belangrijke thema’s in de transitieperiode. De eerste drie handreikingen zijn Model Samenwerkingsconvenant Arbeidsmarktregio, Meerjarenagenda en Arbeidsmarktinformatie, en Transitieperiode, naar Regionale Werkcentra. Je vindt ze hier

    De handreiking over het modelconvenant is eind november gepubliceerd en diverse deelnemers hebben er al naar gekeken. Zij zijn positief. Een deelnemer zegt: “Voor onze regio past het goed en ik voorzie geen knelpunten.” En een korte reactie: “Enorm behulpzaam.”

    De bedoeling was om dit jaar ook de handreiking Gegevensdeling in de transitieperiode te publiceren. Dat wordt begin 2025 omdat de juridische controle wat meer tijd dan verwacht in beslag neemt.

    Feedback van eerdere sessie verwerkt

    Heidi de Bodt is blij met de input van de deelnemers aan de informatiesessie op 14 november 2024 (zie het verslag). Ook hebben de partijen in de landelijke werkgroep gereageerd op concepten van de handreikingen. 

    Het was een soort ‘reality check’, zegt Heidi. “We hebben de feedback verwerkt. Zeker in de handreiking over de transitieperiode is extra informatie toegevoegd. We hebben onder andere het thema van de samenwerking op de niveaus van bestuur, management en uitvoering nog verder uitgediept.”

  • Verandering maar ook veel hetzelfde

    In verband met de hervorming arbeidsmarktinfrastructuur wordt er gewerkt aan één centrale landelijke ondersteuningsstructuur. Hierin gaan de Programmaraad Regionale Arbeidsmarkt en het Landelijk team Leerwerkloketten in 2025 samen (zie deze informatie).

    De komst van de Landelijke Ondersteuningsstructuur Regionale Arbeidsmarkt betekent een verandering maar volgens Sander Pulles van SZW blijft ook veel hetzelfde. “De professionals kunnen nog steeds gebruikmaken van al het goede vanuit de huidige ondersteuning. Veel zaken gaan door zoals de Praktijkdagen en de digitale omgeving onder de naam Samen voor de Klant. Jullie zullen, zeker in de transitieperiode, veel bekende gezichten bij de ondersteuning zien.”

    Overleg met programmamanagers en kwartiermakers voortgezet

    De overleggen blijven eveneens bestaan, geeft Sander aan. Dat geldt ook voor het overleg met de regionale programmamanagers en kwartiermakers van de Werkcentra. 

    “We willen de bijeenkomsten met jullie graag voortzetten”, zegt Gerlinde Scheper van de Programmaraad. “Daarbij denken we aan een frequentie van eens in de zes weken, met net zoals nu een combinatie van online en live samenkomen.”

    Opdracht aan UWV

    Waarom komt er eigenlijk één centrale landelijke ondersteuningsstructuur? Dit is volgens Sander als beste oplossing uit de bus gekomen bij een onderzoek. “Wij hebben tal van landelijke en regionale partijen naar hun mening gevraagd. De uitkomst: geef de ondersteuning vorm als een wettelijke taak, dus een opdracht aan UWV. We kunnen zo de ondersteuning duurzaam borgen en er ook een duurzame geldstroom aan koppelen.”

    SZW heeft UWV gevraagd om in de transitieperiode de ondersteuningsstructuur alvast op zich te nemen. “Dit wordt bezegeld met een wettelijke taak en een duurzame afspraak op het moment dat de hervorming arbeidsmarktinfrastructuur wettelijk van kracht wordt.”

    Vraaggerichte activiteiten

    Elk jaar zal er een activiteitenplan worden opgesteld op basis van gesprekken met de regio’s en landelijke partijen. Sander komt met een uitnodiging aan de deelnemers. “Geef aan wat op dit moment de uitdagingen voor jullie zijn en waarop de ondersteuningsactiviteiten zich zouden moeten richten. We vinden het erg belangrijk dat er vraaggerichte activiteiten worden georganiseerd.”

    Enkele deelnemers zijn benieuwd hoe de onafhankelijkheid van de ondersteuning wordt gewaarborgd. “UWV treedt op als functionele regiehouder”, antwoordt Sander. Het activiteitenplan wordt opgesteld op basis van de ondersteuningsbehoefte van de regio’s en de ideeën van de landelijke partijen. “Er is afgesproken dat UWV hierbij zoveel mogelijk een neutrale rol inneemt. Met als extra borging dat SZW ieder jaar meekijkt.”

  • Vraagstuk van registratie en rapporteren

    Hierbij zijn de deelnemers aan zet. De eerste vraag komt van Michel Driessen (Zeeland): “Vanaf januari verandert een aantal zaken. Ik ben benieuwd hoe collega’s de registratie van aanvragen organiseren en de maandelijkse rapportages opstellen en monitoren.” Hij vraagt vanuit welke organisatie dat gebeurt en of het al gaat vanuit een Werkcentrum. 

    In Zeeland wordt vanaf 1 januari 2025 gewerkt met één team. Michel is nieuwsgierig naar de werkwijze van andere regio’s. En ook naar hoe zij omgaan met eventuele privacyvraagstukken (vanuit de AVG) en met dilemma’s van de wet SUWI voor UWV in verband met de AVG, waardoor deze organisatie geen ontschotte dienstverlening kan of mag aanbieden.

    Een herkenbare problematiek, blijkt uit de reacties. Diverse deelnemers bieden aan om hierover met Michel in gesprek te gaan. Zij hebben voorbeelden die hem verder kunnen helpen.

    Borgen van structurele financiering van diensten

    Jürgen Woudwijk (Holland Rijnland) komt met twee vragen. Allereerst: “Wij worstelen met het borgen van de structurele financiering van diensten die nu worden uitgevoerd door het Leerwerkloket en regionaal mobiliteitsteam. In sommige regio’s wordt de dienstverlening ingeperkt en in andere zijn er in natura afspraken. Hoe staan de regio’s ervoor?” 

    Het klopt inderdaad dat regio’s verschillende keuzes maken, zegt Brian Verweij. “Dat hangt af van waarop de regio wil inzetten. Hierover is nog geen eenduidig beeld.”

    Nog twee reacties van deelnemers:

    • “Wij hebben een begroting voor het team gemaakt voor volgend jaar. Daarin is de inzet vanuit alle partijen meegenomen, inclusief SBB. Dat wilden zij ook, omdat hiermee hun bijdrage aan het team van het Werkcentrum zichtbaar is.”
    • In onze regio gaat het op een andere manier. Wij zijn nog niet erg ver richting een Werkcentrum, dus we maken vooral afspraken over het transitiejaar 2025. De partijen die momenteel het Leerwerkloket vormen, continueren hun bijdrage. Er is aan de regio gevraagd om daarin ook te investeren. Dat is geaccordeerd. Vooralsnog gaat de dienstverlening onder de naam Leerwerkloket verder.”

    Personeelskosten en overhead

    Een deelnemer wijst erop dat het overgrote deel van de begroting van het Werkcentrum bestaat uit personeelskosten, onder meer voor de gidsfunctie. Zijn daarvoor richtlijnen vanuit het ministerie van SZW? Het leidt tot een stevige discussie over de financiële mogelijkheden en beperkingen.

    Er is bijna niet meer in te kopen vanwege de hoge tarieven die partijen hanteren, merkt iemand op. En nog een reactie: “Het zou fijn zijn als we in elk geval kunnen werken met de interne tarieven van UWV en niet met de tarieven die UWV in het laatste jaar van het regionaal mobiliteitsteam in rekening bracht.” Waarop een andere deelnemer opmerkt: “Daarover hebben we ook discussie gehad maar die is snel beslecht, omdat UWV een samenwerkingspartner is. In onze regio worden interne tarieven gehanteerd en dat scheelt enorm.”

    Tarieven voor inzetten van gidsfunctie 

    In verband met de tarieven voor het inzetten van de gidsfunctie wijst iemand op de Handleiding Overheidstarieven 2025. Hierin is een bedrag van 26.000 euro per fte bepaald voor overheadskosten. In verschillende regio’s geldt daarvoor een aanmerkelijk hoger tarief. De reactie van Sander: “Als dit in meerdere regio’s speelt, is het voor te stellen dat we hierover nog een keer nader in gesprek gaan. In principe kunnen tarieven voor overhead verschillen.”

    Pearl Rapprecht (VNG) komt met een aanvulling. De invulling van de gidsfunctie is besproken in de A35 en de themagroep werkzoekendendienstverlening van de VNG en op landelijk niveau met SZW, UWV en sociale partners. Daarover is een memo verschenen, die verwerkt is in de handreiking voor de transitieperiode. 

    De afspraak is dat als andere partijen zoals vakbonden de gidsfunctie vervullen, dit vanuit de neutrale rol en niet onder eigen pet gebeurt. Pearl: “Hiervoor zijn in principe de impulsgelden niet beschikbaar, al kan het Regionaal Beraad daarvan afwijken. Wij horen vanuit verschillende regio’s het geluid dat hiernaar een soort graai is gedaan en dat willen we niet.” 

    Wel of niet verdelen van stemrecht

    Binnenkort wordt de governancestructuur besproken in Holland Rijnland. Daarover gaat de tweede vraag van Jürgen. “Een spannend aspect is het al dan niet verdelen van stemrecht. Is vastleggen van de stemverdeling überhaupt nodig of handig? Of heeft dat een negatieve impact op de samenwerking?”

    In het modelconvenant wordt uitgegaan van zoveel mogelijk toewerken naar consensus met elkaar, geeft Brian Verweij aan. “Het betreft namelijk een netwerksamenwerking en geen formeel orgaan. Om die reden is er bewust geen model met stemverhouding opgenomen als voorbeeld. Blijkt het toch nodig om hierover afspraken te maken, dan is het aan de regio om dat te doen.”

    Geen rol van Regionaal Beraad bij Van school naar duurzaam werk

    Inge Willems (Noordoost Brabant) heeft een vraag die verband houdt met de jongerenaanpak in haar regio. Hiervoor zijn er nu een eigen stuurgroep en een begroting, vooruitlopend op de nieuwe wet Van school naar duurzaam werk. Moet dat onder het Regionaal Beraad vallen?

    Brian heeft dit gecheckt. Het antwoord is: er is nergens vastgelegd dat het Regionaal Beraad mede moet ondertekenen of een rol heeft bij het traject Van school naar duurzaam werk. Wanneer dit gewenst is, is dat aan de regio. 

    Invulling van programmabureau

    De laatste vraag komt van Marielle Don (regio Gorinchem). “Wij gaan een programmabureau vormen. We zijn aan het nadenken of het een stichting wordt of onder de centrumgemeente gaat vallen. Wie wil met mij sparren over de invulling van zo’n programmabureau en hoe je dat financiert?”

    Verschillende regio’s hebben een programmabureau, zoals Fryslân, Haaglanden en Zuid-Holland Centraal. De oproep van Marielle krijgt veel bijval; diverse deelnemers willen graag van gedachten wisselen over het onderwerp.

  • Gezamenlijke invulling van publieke taak 

    Wat draagt UWV bij aan de regionale dienstverlening, onder meer als het gaat om scholing en loopbaanadvies afkomstig vanuit het Leerwerkloket? Daarop geeft Karsten Bulling een toelichting. “UWV blijf zich samen met gemeenten inzetten voor de publieke taak zoals het verstrekken van informatie en advies op het gebied van werk, scholing en loopbaan, zodat we de eerstelijns dienstverlening vorm kunnen geven.”

    Daarnaast is het online dienstverleningsaanbod voor iedereen beschikbaar, zegt Karsten. “Zo kunnen we in samenwerking met de gemeenten invulling geven aan de gidsfunctie in het regionaal samenwerkingsverband en daar waar mogelijk in het Werkcentrum.”

    Aanbod aan gemeentelijke klanten onderzocht 

    Vervolgens gaat Karsten in op de tweedelijns dienstverlening. Daartoe behoort onder andere het loopbaanadvies, dat de afgelopen jaren bestond uit meerdere gesprekken in het Leerwerkloket en aanvullende dienstverlening die beschikbaar was in de regionale mobiliteitsteams

    Karsten: “UWV is in gesprek met SZW en VNG over mogelijkheden om de tweedelijns dienstverlening vorm te geven. Wij onderzoeken hoe we deze dienstverlening kunnen organiseren. Dat weten we nu gewoon nog niet; het is voor ons allen kijken naar wat er mogelijk is met het wegvallen van de tijdelijke regeling voor aanvullende dienstverlening. We zijn in gesprek met SZW en VNG hoe we daarvoor de ruimte kunnen pakken.” 

    Het dienstverleningsaanbod van alle partijen zal beschikbaar komen in het Werkcentrum. “De grondslag en het budget om dienstverlening ontschot in te zetten zijn echter veranderd.”

    De bedoeling is dat gemeenten gebruik kunnen maken van de inkoopcontracten van UWV voor scholing en re-integratie. Hiervoor kunnen zij vanaf 1 januari 2025 mailen naar inkoopvoorgemeenten@uwv.nl. Daarachter zit een servicedesk. “Dan gaan we met de gemeente in gesprek of en hoe we de dienstverlening kunnen organiseren. We realiseren ons wel dat het regelen daarvan veel vraagt van een gemeente.”

    En hoe zit het met loopbaanadvies aan werkenden, wordt gevraagd. “In onze beleving is deze doelgroep het domein van de sociale partners.”

    Uitnodiging voor open gesprek

    Een deelnemer reageert tamelijk sceptisch. “Ik vraag me af hoe dit UWV-verhaal over aanvullende dienstverlening zich verhoudt tot ontschotting binnen het Werkcentrum. Het lijkt een beetje een slalomrace te worden: wat mag een professional vanwege diens achtergrond wel en niet doen?” Daarin wil UWV samen met SZW en VNG juist stappen zetten, riposteert Karsten. “Over de praktische invulling van wat er in de transitieperiode wel en niet mogelijk is, kunnen we altijd een open gesprek voeren.”

    Pearl Rapprecht zegt nog: “Wij proberen bij VNG te kijken wat we op landelijk niveau in ieder geval als intentie kunnen afspreken. In de themagroep werkzoekendendienstverlening halen we bij de gemeenten op wat daarvoor nodig is.”

    Het is mooi nieuws dat de brede dienstverlening van UWV ook echt beschikbaar blijft, vindt een deelnemer. Zij pleit voor een duidelijk overzicht van de basisdienstverlening in het Werkcentrum. “Ik zie het visueel een beetje voor me als een kast waar vraaggericht van alles is gestopt, zoals de CTC-testen en workshops die alleen UWV aanbiedt.” Zeker iets om mee te nemen, sluit Gerlinde Scheper af.

6. Vervolg

De eerstkomende bijeenkomst voor regionale programmamanagers en kwartiermakers is online: op donderdag 30 januari 2025 van 15.30 tot 17.00 uur. Op de Praktijkdag in Zwolle op 3 april is er een live bijeenkomst. De data van de andere bijeenkomsten in 2025 volgen nog.