Vraagstuk van registratie en rapporteren
Hierbij zijn de deelnemers aan zet. De eerste vraag komt van Michel Driessen (Zeeland): “Vanaf januari verandert een aantal zaken. Ik ben benieuwd hoe collega’s de registratie van aanvragen organiseren en de maandelijkse rapportages opstellen en monitoren.” Hij vraagt vanuit welke organisatie dat gebeurt en of het al gaat vanuit een Werkcentrum.
In Zeeland wordt vanaf 1 januari 2025 gewerkt met één team. Michel is nieuwsgierig naar de werkwijze van andere regio’s. En ook naar hoe zij omgaan met eventuele privacyvraagstukken (vanuit de AVG) en met dilemma’s van de wet SUWI voor UWV in verband met de AVG, waardoor deze organisatie geen ontschotte dienstverlening kan of mag aanbieden.
Een herkenbare problematiek, blijkt uit de reacties. Diverse deelnemers bieden aan om hierover met Michel in gesprek te gaan. Zij hebben voorbeelden die hem verder kunnen helpen.
Borgen van structurele financiering van diensten
Jürgen Woudwijk (Holland Rijnland) komt met twee vragen. Allereerst: “Wij worstelen met het borgen van de structurele financiering van diensten die nu worden uitgevoerd door het Leerwerkloket en regionaal mobiliteitsteam. In sommige regio’s wordt de dienstverlening ingeperkt en in andere zijn er in natura afspraken. Hoe staan de regio’s ervoor?”
Het klopt inderdaad dat regio’s verschillende keuzes maken, zegt Brian Verweij. “Dat hangt af van waarop de regio wil inzetten. Hierover is nog geen eenduidig beeld.”
Nog twee reacties van deelnemers:
- “Wij hebben een begroting voor het team gemaakt voor volgend jaar. Daarin is de inzet vanuit alle partijen meegenomen, inclusief SBB. Dat wilden zij ook, omdat hiermee hun bijdrage aan het team van het Werkcentrum zichtbaar is.”
- In onze regio gaat het op een andere manier. Wij zijn nog niet erg ver richting een Werkcentrum, dus we maken vooral afspraken over het transitiejaar 2025. De partijen die momenteel het Leerwerkloket vormen, continueren hun bijdrage. Er is aan de regio gevraagd om daarin ook te investeren. Dat is geaccordeerd. Vooralsnog gaat de dienstverlening onder de naam Leerwerkloket verder.”
Personeelskosten en overhead
Een deelnemer wijst erop dat het overgrote deel van de begroting van het Werkcentrum bestaat uit personeelskosten, onder meer voor de gidsfunctie. Zijn daarvoor richtlijnen vanuit het ministerie van SZW? Het leidt tot een stevige discussie over de financiële mogelijkheden en beperkingen.
Er is bijna niet meer in te kopen vanwege de hoge tarieven die partijen hanteren, merkt iemand op. En nog een reactie: “Het zou fijn zijn als we in elk geval kunnen werken met de interne tarieven van UWV en niet met de tarieven die UWV in het laatste jaar van het regionaal mobiliteitsteam in rekening bracht.” Waarop een andere deelnemer opmerkt: “Daarover hebben we ook discussie gehad maar die is snel beslecht, omdat UWV een samenwerkingspartner is. In onze regio worden interne tarieven gehanteerd en dat scheelt enorm.”
Tarieven voor inzetten van gidsfunctie
In verband met de tarieven voor het inzetten van de gidsfunctie wijst iemand op de Handleiding Overheidstarieven 2025. Hierin is een bedrag van 26.000 euro per fte bepaald voor overheadskosten. In verschillende regio’s geldt daarvoor een aanmerkelijk hoger tarief. De reactie van Sander: “Als dit in meerdere regio’s speelt, is het voor te stellen dat we hierover nog een keer nader in gesprek gaan. In principe kunnen tarieven voor overhead verschillen.”
Pearl Rapprecht (VNG) komt met een aanvulling. De invulling van de gidsfunctie is besproken in de A35 en de themagroep werkzoekendendienstverlening van de VNG en op landelijk niveau met SZW, UWV en sociale partners. Daarover is een memo verschenen, die verwerkt is in de handreiking voor de transitieperiode.
De afspraak is dat als andere partijen zoals vakbonden de gidsfunctie vervullen, dit vanuit de neutrale rol en niet onder eigen pet gebeurt. Pearl: “Hiervoor zijn in principe de impulsgelden niet beschikbaar, al kan het Regionaal Beraad daarvan afwijken. Wij horen vanuit verschillende regio’s het geluid dat hiernaar een soort graai is gedaan en dat willen we niet.”
Wel of niet verdelen van stemrecht
Binnenkort wordt de governancestructuur besproken in Holland Rijnland. Daarover gaat de tweede vraag van Jürgen. “Een spannend aspect is het al dan niet verdelen van stemrecht. Is vastleggen van de stemverdeling überhaupt nodig of handig? Of heeft dat een negatieve impact op de samenwerking?”
In het modelconvenant wordt uitgegaan van zoveel mogelijk toewerken naar consensus met elkaar, geeft Brian Verweij aan. “Het betreft namelijk een netwerksamenwerking en geen formeel orgaan. Om die reden is er bewust geen model met stemverhouding opgenomen als voorbeeld. Blijkt het toch nodig om hierover afspraken te maken, dan is het aan de regio om dat te doen.”
Geen rol van Regionaal Beraad bij Van school naar duurzaam werk
Inge Willems (Noordoost Brabant) heeft een vraag die verband houdt met de jongerenaanpak in haar regio. Hiervoor zijn er nu een eigen stuurgroep en een begroting, vooruitlopend op de nieuwe wet Van school naar duurzaam werk. Moet dat onder het Regionaal Beraad vallen?
Brian heeft dit gecheckt. Het antwoord is: er is nergens vastgelegd dat het Regionaal Beraad mede moet ondertekenen of een rol heeft bij het traject Van school naar duurzaam werk. Wanneer dit gewenst is, is dat aan de regio.
Invulling van programmabureau
De laatste vraag komt van Marielle Don (regio Gorinchem). “Wij gaan een programmabureau vormen. We zijn aan het nadenken of het een stichting wordt of onder de centrumgemeente gaat vallen. Wie wil met mij sparren over de invulling van zo’n programmabureau en hoe je dat financiert?”
Verschillende regio’s hebben een programmabureau, zoals Fryslân, Haaglanden en Zuid-Holland Centraal. De oproep van Marielle krijgt veel bijval; diverse deelnemers willen graag van gedachten wisselen over het onderwerp.