2. Hoe denkt het werkveld over de toekomst van de banenafspraak?
Hiske Andriessen (SZW) nodigt de aanwezigen uit om mee te denken over de toekomst van de banenafspraak op de lange termijn, dus voorbij nu al aangekondigde wijzigingen. Ook met het VN-verdrag Handicap in het achterhoofd wil het ministerie het uitgangspunt veranderen van doelgroepen/uitkeringssituatie naar ondersteuningsbehoefte.
Eerst zet Andriessen een bekend misverstand recht dat een deelnemer noemt: ‘Bij mijn weten loopt de banenafspraak tot 2026.’ Andriessen legt uit dat alleen ingroeipad op 1 januari 2026. ‘Dan moeten er 125.000 banen zijn, maar de banenafspraak zelf loopt tot in het oneindige door.’
Deelnemers benoemen wat volgens hen belangrijkste is voor het succes van de banenafspraak. Met stip op 1 staat de duurzaamheid van de banen. Onbekendheid onder werkgevers wordt als belangrijk knelpunt gezien. 70% van de werkgevers kent de banenafspraak niet. Andriessen nuanceert wel dat veel bedrijven niet onder de banenafspraak vallen.
Meer landelijke aandacht voor succesverhalen
De aanwezigen denken dat er meer werkgevers bereid zijn om mensen uit de banenafspraak werk te beiden als er meer bekendheid is. ‘Ik mis de landelijke publiciteit’, zegt iemand. ‘Succesverhalen kunnen voor een sneeuwbaleffect zorgen.’ Een ander merkt op dat ook meer werkgevers de juiste instelling moeten hebben: Ze moeten niet verwachten dat iemand zelfstandig perfect kan werken.’
De strenge regels werken tegen
Er is ook iemand die het juist voor werkgevers opneemt. ’Werkgevers die met de beste intentie iemand met een arbeidsbeperking aannemen, worden soms financieel afgestraft. Als je een werknemer ziekmeldt voor de NO-riskpolis een dag te laat beter meldt, krijg je een boete. Dan haken werkgevers af.’
Meer mensen in beeld krijgen
De aanwezigen wijzen er ook op dat ze een deel van de mensen die baat zou kunnen hebben bij de banenafspraak niet bereiken. Zo krijgen ze afgewezen Wajongers niet door van UWV. Er wordt opgemerkt dat er eHerkenning4 nodig is om inzicht te krijgen in de doelgroep. ‘De procedure om dat aan te vragen is heel log. Het is nog maar 1 gemeente gelukt.’
Wie zou ook toegang moeten krijgen tot de banenafspraak?
Dan buigen de deelnemers is over verschillende casussen van mensen die nu niet onder de banenafspraak vallen. De vraag van Andriessen is: wie zou er wel toegang toe moeten krijgen? De deelnemers zijn het grotendeels eens: wel Emma die door een progressieve oogziekte haar baan moet opgeven. En ook Mirthe die door pas later vastgesteld autisme lukt het haar niet om een vast contract te krijgen.
Maar niet de hoogopgeleide Milan die door stotteren problemen heeft met sollicitatiegesprekken. Of Monique die lang in de bijstand zat en ouder is. ‘Als er veel mensen met andere problematiek bijkomen, komt de doelgroep van de banenafspraak nooit meer aan het werk’, motiveert een deelnemer dat. ‘Laten we de doelgroep verbreden, maar niet te sterk.’
Eensgezinder
Andriessen constateert dat de workshopdeelnemer anders en eensgezinder oordelen dan andere groepen die SZW raadpleegde zoals werkgevers en de werkgroep met onder meer gemeenten, VNO-NCW en FNV. ‘Er zijn stemmen, ook in de samenleving, die vinden dat langdurig uitkeringsgerechtigden of statushouders toegang zouden moeten krijgen tot banenafspraak.’ Daar zijn de deelnemers aan deze workshop het niet mee eens.
Verder vinden ze dat het quotum nodig blijft als stok achter de deur. Andriessen benadrukt dat aanpassing wel nodig is, want de huidige regeling is niet uitvoerbaar als alleen de overheidssector het quotum niet haalt.
Inclusievere samenleving
De aanwezigen juichen het voornemen van SZW toe om meer naar ondersteuningsbehoefte te kijken. ‘Nu zeggen bedrijven: doe mij er maar eentje van de banenafspraak. Door wet banenafspraak zijn we nu geen inclusieve samenleving, want je sluit juist een grote groep uit.’