In het ProgrammaraadJournaal vind je het laatste nieuws rondom de wet SUWI en de projecten van de Programmaraad.
Meld je aan voor het ProgrammaraadJournaal en ontvang deze circa 2 keer per maand via e-mail.
In het Steun- en Herstelpakket van november 2020 is voorzien in subsidie van 63 miljoen euro voor verschillende vormen van kortdurende bij- en omscholing via praktijkleren in het mbo. Dit is een tijdelijke maatregel die echter wel een mooie kans biedt om deze flexibele vorm van onderwijs voor werkenden en werkzoekenden goed op de kaart te zetten.
Om professionals in de arbeidsmarktregio’s te ondersteunen bij het benutten van de mogelijkheden van bij- en omscholing via praktijkleren in het mbo, hebben de Programmaraad en Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven SBB een processtappenplan ontwikkeld met veel praktische informatie en uitleg.
De publicatie is bedoeld voor drie groepen uitvoerenden: professionals die spreken met kandidaten die ander werk zoeken en willen onderzoeken of praktijkleren in het mbo passend kan zijn; professionals die spreken met werkgevers die nieuwe medewerkers zoeken en willen onderzoeken of praktijkleren in het mbo passend kan zijn én professionals die werkgevers adviseren over de mogelijkheden van praktijkleren in het mbo voor om- en bijscholing van eigen medewerkers.
Directe aanleiding voor het maken van dit stappenplan is de Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening Covid-19 die in maart 2021 is gepubliceerd. Deze Tijdelijke regeling voorziet onder meer in budgetten voor verschillende soorten scholing en ontwikkeling, met het doel zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen of te houden. Er is een specifiek budget voor scholing via praktijkleren in het mbo. Het gaat om mbo-opleidingen in de derde leerweg’, gericht op het halen van een praktijkverklaring, een mbo-certificaat of mbo-diploma. In de Tijdelijke regeling worden hiervoor de opleidingskosten vergoed voor de duur van maximaal 40 weken.
Daarnaast is subsidie beschikbaar voor werkgevers voor het realiseren van de benodigde praktijkplaatsen voor praktijkleren in het mbo. Ook deze vergoeding is voor maximaal 40 weken. Deze vergoeding wordt geregeld in de ‘Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg’, die in de zomer van 2021 wordt gepubliceerd.
Ook na afloop van de Tijdelijke regeling blijft scholing via praktijkleren in het mbo een uitgelezen instrument om mensen in leerbanen, via een combinatie van werken en leren, aan een stevigere positie op de arbeidsmarktmarkt te helpen.
Voor de regionale mobiliteitsteams (RMT’s) is een handreiking ontwikkeld voor het realiseren van scholing via praktijkleren in het mbo met onder meer informatie over de verschillende manieren om mbo-instellingen te contracteren.
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) kent drie zogenoemde leerwegen. Vrij bekend zijn de beroepsopleidende leerweg (de bol-opleidingen) waarbij het onderwijs op school afgewisseld wordt met stages bij erkende leerbedrijven, en de beroepsbegeleidende leerweg (de bbl-opleidingen), waarbij een groot deel van de opleiding plaatsvindt op de werkplek bij een erkend leerbedrijf.
Minder bekend is de derde leerweg, die niet door het ministerie van OCW wordt bekostigd. Anders dan de andere twee leerwegen kunnen deelnemers in de derde leerweg niet alleen de volledige mbo-opleiding volgen, maar ook alleen onderdelen hiervan. Bijvoorbeeld onderdelen die af te ronden zijn met een mbo-certificaat of praktijkverklaring. Dit biedt meer flexibiliteit voor onderwijsprogramma’s en dat is juist voor werkzoekenden en werkenden zeer waardevol. De opleidingen in de derde leerweg kunnen worden uitgevoerd door roc’s, aoc’s en vakinstellingen én door private mbo-instellingen die door OCW erkend zijn voor uitvoering van de betreffende mbo-opleidingen.
Voor meer uitleg over de verschillende soorten beroepsonderwijs: www.rijksoverheid.nl
Dit stappenplan gaat in op de opleidingen in de derde leerweg en de mogelijkheden voor financiering ervan in het kader van de Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening Covid-19 en de Regeling praktijkleren in de derde leerweg.
Scholing via praktijkleren in het mbo biedt werkzoekenden en werkenden met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt een kans om werk te vinden en aan het werk te blijven. De kandidaat krijgt een leerbaan waarin werken en leren wordt gecombineerd. De kandidaat heeft dus een inkomen (loon van de werkgever of uitkering) terwijl hij een (deel van een) mbo-opleiding volgt.
Met scholing via praktijkleren in het mbo kunnen kandidaten een mbo-bewijsstuk ontvangen zoals een praktijkverklaring, mbo-certificaat of mbo-diploma. Dit bewijsstuk wordt herkend door andere werkgevers en onderwijsinstellingen en kan een vertrekpunt vormen voor een leven lang ontwikkelen.
Praktijkleren in het mbo stelt werkgevers in staat hun (toekomstige) werknemers te stimuleren om scholingsactiviteiten (weer) op te pakken. Het levert de werkgever een gemotiveerde werknemer op die beter en breder inzetbaar is in het bedrijf.
Meer over wat praktijkleren in het mbo kan opleveren voor de werkenden en werkzoekenden en het bedrijfsleven valt te lezen in de publicatie ‘Meerwaarde praktijkleren in het mbo’.
Bij praktijkleren in het mbo voor werkzoekenden en werkenden wordt werken (bij een erkend leerbedrijf) gecombineerd met een mbo-opleiding of een deel daarvan. Er zijn drie vormen:
Zie voor meer uitleg: www.rijksoverheid.nl
...past goed bij mensen die praktisch zijn ingesteld en biedt daarmee ook goede mogelijkheden voor bij- en omscholing van laagopgeleide mensen die door de Covid-19-crisis hard geraakt zijn. De kandidaat heeft dus een inkomen (loon van de werkgever of behoud van uitkering) terwijl hij een (deel van) een mbo-opleiding volgt … leidt gericht op voor een (deel van een) beroep en draagt zodoende bij aan het omscholingsvraagstuk als gevolg van Covid-19-crisis … kent, omdat scholing gecombineerd wordt met werken, geen ‘lock-in-effect’(als je scholing volgt, zoek je niet naar werk, wat leidt tot een langere uitkeringsduur … is gestoeld op een landelijke infrastructuur, waarbij gebruik kan worden gemaakt van meer dan 400 mbo-opleidingen en 250.000 erkende leerbedrijven met door OCW vastgestelde waarborgen voor kwaliteit … biedt de mogelijkheid tot modulair opleiden … resulteert in documenten die herkenbaar zijn voor zowel werkgevers als onderwijsinstellingen, wat arbeidstoeleiding, overstappen naar een andere sector en doorontwikkeling op een later moment ten goede komt (‘civiele waarde voor de arbeidsmarkt’)
Het opzetten en uitvoeren van bij- en omscholing via praktijkleren in het mbo voor werkzoekenden en werkenden vergt de nodige organisatie omdat er veel partijen bij betrokken zijn.
Een kandidaat die werken combineert met bij- of omscholing vergroot zijn kansen op het vinden of behouden van werk.
Professionals kunnen de kandidaat hierover adviseren aan de hand van zijn wensen en wat qua opleiding en werkervaring haalbaar is. Vaak wordt gedacht aan ‘terug naar de schoolbanken’, al dan in combinatie met stages.
Maar met praktijkleren in het mbo zijn er mogelijkheden om een betaalde baan (of met behoud van uitkering) te combineren met praktijkgerichte scholing.
Maar welke vorm van opleiden past het beste bij de kansen en mogelijkheden van de kandidaat? Om dat te bepalen moeten er een aantal afwegingen worden gemaakt aan de hand van de volgende vragen.
Welke wensen en mogelijkheden voor werk heeft de kandidaat?
Als de wensen en de mogelijkheden goed in beeld zijn, kan bepaald worden welke vorm van praktijkleren in het mbo het best past.
Welke vorm van praktijkleren in het mbo past het best?
Een leerbaan gericht op het behalen van een mbo-certificaat of mbo-diploma kan passend zijn.
Een leerbaan gericht op het halen van een praktijkverklaring kan dan het best passend zijn
Praktijkleren met de praktijkverklaring is vooral bedoeld voor werkenden en werkzoekenden zonder startkwalificatie, voor wie het behalen van een mbo-diploma of mbo-certificaat vooralsnog niet haalbaar is. Maar ook mensen met een startkwalificatie, voor wie een mbo-diploma of mbo-certificaat (nu) niet haalbaar is, kunnen in aanmerking komen. Het kan namelijk zijn dat iemand wel beschikt over een startkwalificatie, maar weinig vertrouwen meer heeft in het eigen leervermogen. Bijvoorbeeld omdat het lang geleden is dat het diploma is behaald en er negatieve schoolervaringen zijn. Ook gebeurt het dat iemand wel een startkwalificatie heeft, maar vanwege persoonlijke omstandigheden alleen open staat voor leren op de werkvloer.
Als een kandidaat nog geen beeld heeft van kansrijke sectoren en opleidingsmogelijkheden, kan de professional hem doorverwijzen naar het leerwerkloket in de regio. Daar kunnen ze beroepsoriëntatie testen uitvoeren en concreet advies geven.
Tools voor het achterhalen van de concrete wensen voor werk
Aandachtspunten
Ter ondersteuning van professionals die werkgevers benaderen voor (leer)banen zijn de volgende documenten beschikbaar ‘Meerwaarde praktijkleren in het mbo’ en de flyer voor werkgevers.
Achtergrondinformatie over de dienstverlening van SBB en erkenning van leerbedrijven
Let op, in dit stappenplan is ervan uit gegaan dat een traject start bij de kandidaat. Een traject kan natuurlijk ook starten bij een werkgever, omdat hij een vacature heeft of omdat een van zijn werknemers zich wil scholen via praktijkleren in het mbo.
In sommige arbeidsmarktregio’s zijn inmiddels goede ervaringen opgedaan met het starten van een project vanuit de behoefte aan personeel bij werkgevers. Deze ervaringen worden momenteel verzameld en verwerkt in een de volgende versie van het processtappenplan.
Als scholing via praktijkleren in het mbo voor de kandidaat en werkgever de meest passende vorm is voor om- of bijscholing, is de volgende stap het bemiddelen naar een leerbaan.
Analyse bemiddeling naar een passende leerbaan
Analyse werkzaamheden en praktijkleren in het mbo bij de werkgever
Zodra een leerbaan bij een werkgever is gevonden, zoekt de kandidaat (met ondersteuning van de professional) naar een passende mbo-instelling. De volgende stappen zijn hierbij essentieel:
Het regionale opleidingsaanbod in beeld voor praktijkleren in het mbo
Het is de taak van het Regionaal Mobiliteitsteam (RMT) om het opleidingsaanbod voor praktijkleren in het mbo te organiseren, passend bij de behoefte van de regionale arbeidsmarkt.De handreiking voor RMT’s bevat adviezen aan partijen in het RMT voor het contracteren van mbo-instellingen.
Zodra de werkgever en de kandidaat een mbo-instelling hebben gevonden, zet de mbo-instelling de volgende stappen:
Alle betrokkenen ondertekenen de definitieve documenten voor de scholing via praktijkleren in het mbo. Er zijn drie soorten overeenkomsten.
In de plaatsingsovereenkomst (PLOK) wordt de duur van de scholing via praktijkleren in het mbo vastgelegd en is vooral van belang om in aanmerking te komen voor de vergoeding vanuit de Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening Covid-19. De plaatsingsovereenkomst wordt voor een duur van maximaal 40 weken afgesloten. Zie voor de plaatsingsovereenkomst het voorbeeldmodel in de handreiking voor RMT’s.
Het is zo ver. De kandidaat is aan de slag bij het leerbedrijf en volgt een opleiding in de derde leerweg gericht op het halen van een praktijkverklaring, een mbo-certificaat of een mbo-diploma. Hierbij kan ook een jobcoach betrokken zijn.
Leren in het bedrijf (beroepspraktijkvorming)
Volgen van onderwijs bij de mbo-instelling Bij een opleiding gericht op het halen van een mbo-certificaat of -diploma (en soms bij een opleiding gericht op het halen van een praktijkverklaring) volgt de kandidaat aanvullend onderwijs dat verzorgd wordt door de mbo-instelling. Het gaat om beroepsgerichte lessen. Als een kandidaat een mbo-diploma wil halen, krijgt hij ook lessen in loopbaan en burgerschap, taal en rekenen.
Beoordelen: Als de kandidaat een opleiding voor een mbo-certificaat of mbo-diploma volgt, legt hij aan het eind van het traject een of meer examens af. In deze examens moet de kandidaat laten zien dat hij beschikt over de benodigde kennis en vaardigheden en dat hij de werkprocessen beheerst op het voor het mbo-certificaat of mbo-diploma vereiste eindniveau.
Bij een opleiding gericht op het halen van een praktijkverklaring vult de praktijkopleider in het bedrijf ter afronding van de beroepspraktijkvorming een praktijkverklaring in. Hierin verklaart de praktijkopleider welke werkprocessen de kandidaat in het leerbedrijf heeft leren uitvoeren.
Ontvangst van de praktijkverklaring, het mbo-certificaat of mbo-diploma.
De kandidaat ontvangt een praktijkverklaring (als onderdeel van de mbo-verklaring), een mbo-certificaat of mbo-diploma.
Na afloop van de plaatsing en de scholing via praktijkleren in het mbo bespreken het bedrijf, de kandidaat en de professional hoe de leerbaan kan worden omgezet in een regulier dienstverband. Ook de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling in het bedrijf zelf of verder leren in het mbo kunnen aan de orde komen.
Contactgegevens landelijke ondersteuning
Programmaraad
infosamenvoordeklantnl
SBB
actieplans-bbnl
Kennispunt LLO
llokennispuntmbonl
De inhoud van dit processtappenplan is afgestemd met de ministeries van OCW en SZW