toets die bij iemand wordt afgenomen om het niveau van zijn taalbeheersing van het Nederlands te testen, zoals bij toelating tot opleidingen in het hoger onderwijs; in het bijzonder, toets die een gemeente volgens de Wet taaleis Participatiewet kan afnemen bij iemand die bijstand aanvraagt als er een redelijk vermoeden bestaat dat deze niet of niet in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst, noodzakelijk voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden en het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid