Overslaan en naar de inhoud gaan

Hervorming arbeidsmarktinfrastructuur: Verslag informatiebijeenkomst 2 juli 2024

01 augustus 2024

Verslag van de online sessie op dinsdag 2 juli 2024

Op 27 mei was er in Amersfoort een live bijeenkomst voor programmamanagers van de arbeidsmarktregio’s en regionale kwartiermakers van het Werkcentrum (hier de terugblik). Het vervolg hierop vond plaats op 2 juli (online) georganiseerd door de Programmaraad Regionale Arbeidsmarkt in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Ongeveer 85 vertegenwoordigers van de regio’s namen hieraan deel.

Gidsfunctie en communicatie in de schijnwerper

In deze sessie is ingezoomd op 2 thema’s die voor publieke dienstverleners van groot belang zijn:

  1. Gidsfunctie door gemeenten en UWV in het Werkcentrum
  2. Communicatie over de hervorming arbeidsmarktinfrastructuur (vooral de merkidentiteit van het Werkcentrum).

De sprekers die aan de orde komen, zijn:

  • Hilde de Boer, programmamanager hervorming arbeidsmarktinfrastructuur SZW
  • Brian Verweij, senior beleidsadviseur SZW
  • Esther de Boer, senior communicatieadviseur SZW
  • Hans van der Lee, communicatieadviseur SZW
  • Pearl Rapprecht, senior adviseur VNG
  • Joost Bless, senior beleidsadviseur UWV
  • Tanja Willemsen, projectleider hervorming arbeidsmarktinfrastructuur Programmaraad, gespreksleider van de sessie.
Naar Gidsfunctie Naar Communicatie Naar Overige actualiteiten

Thema 1: Gidsfunctie

Afspraken over de gidsfunctie

Een voor publieke dienstverleners zeer belangrijk element van het Werkcentrum is de gidsfunctie. UWV en gemeenten gaan die inrichten, met een regiefunctie voor de centrumgemeente. Op landelijk niveau worden er afspraken over de gidsfunctie opgesteld. In de meeting deelt Pearl Rapprecht (VNG) de eerste resultaten van de werkgroep werkzoekendendienstverlening van VNG waarin gemeentelijke experts deelnemen. Ook UWV leverde input. Er worden 6 aspecten van de gidsfunctie besproken. Pearl Rapprecht (VNG) is blij met de eerste reacties. Collega’s zijn positief over de input voor de lagere regelgeving straks, merkt ze op.

6 aspecten van de gidsfunctie:
  • UWV en gemeenten krijgen beide 135.000 euro per arbeidsmarktregio voor de gidsfunctie ten behoeve van de Hervorming Arbeidsmarktinfrastructuur. Een bedrag van 135.000 komt overeen met financiering voor circa 1 a 1,5 fte vanuit UWV en circa 1 a 1,5 fte namens de gemeenten in de arbeidsmarktregio. Het bedrag is leidend, hoeveel fte dat is hangt af van de invulling van de gidsfunctie door de regio. 

    • De centrumgemeente ontvangt het bedrag voor alle gemeenten in de regio. Dat gebeurt in de vorm van een decentralisatie-uitkering.
    • UWV krijgt in totaal 4,7 miljoen per jaar voor de gidsfunctie. Joost Bless (UWV) geeft aan dat dit in gelijke bedragen over de regio’s wordt verdeeld. NB Naar aanleiding van andere geluiden in de regio’s wordt dit nogmaals gecheckt door Joost Bless. En ook na check wordt de bevestiging gegeven dat het bedrag per regio hetzelfde is.

    Regio’s hebben de vrijheid om zelf voor aanvullende financiering te zorgen. Denk aan andere potjes of bijdragen van partners. Een voorbeeld is Zuid-Kennemerland en IJmond. Deze regio heeft onlangs op 5 locaties het Werkcentrum geopend. Op elke locatie is de gidsfunctie ingevuld.

    Zijn regio's verplicht om voor een fysieke invulling van de gidsfunctie te kiezen? SZW communiceert dat de dienstverlening sowieso via een fysiek kanaal vindbaar is. Hiervoor zijn verschillende vormen denkbaar. Waarschijnlijk wordt dat de enige duiding in de regelgeving. De invulling van de gidsfunctie is verder aan de regio.

  • Een korte voorzet voor de mogelijke rollen en taken van de gidsfunctie tbv lagere regelgeving wordt besproken. Er is een korte discussie hoe uitgebreid het in de regelgeving moet. Een deelnemer is voor de simpele formule ‘de gids heet welkom en helpt mensen op weg’ en de rest overlaten aan de regio. Een andere deelnemer vreest in dat geval voor een erg laag serviceniveau. Hij vindt het belangrijk dat de gids antwoord kan geven op relatief eenvoudige vragen. Alleen een doorgeefluik zijn, is geen goede constructie.

    Pearl benadrukt het belang van helder verwachtingsmanagement richting werkzoekenden, werknemers en werkgevers. Stem in ieder geval de minimale dienstverlening door een gids af.

  • Er is ruimte voor lokale aanpassingen en uitbreiding van de gidsfunctie, gebaseerd op de specifieke behoeften van de regio. Voorbeelden van succesvolle implementaties in Amersfoort, Groningen en Zuid-Kennemerland en IJmond worden als referentie gebruikt, waarbij de flexibiliteit behouden blijft om regionale verschillen toe te passen.

  • Er wordt besproken of de gids verplicht is om persoonsgegevens te registreren. Een opmerking hierbij: door het wegvallen van de tijdelijke regeling voor het regionaal mobiliteitsteam (RMT), is er minder mogelijk bij het delen van gegevens. 

    Het zou handig zijn om persoonsgegevens vast te leggen bij een doorverwijzing of de inzet van een instrument, merkt een deelnemer op. Dit blijkt ook de ervaring in de regio Amersfoort. Hier levert een lichte manier van registreren nu problemen op bij het opvoeren van cofinanciering bij een ESF-regeling. Volgens een andere deelnemer wil UWV vanuit de gidsfunctie geen persoonsgegevens vastleggen. Dat klopt, zegt Joost Bless, vanwege het ontbreken van daarvoor geschikte systemen. 

    Tanja Willemsen besluit met een samenvatting. Er is steun voor het uitgangspunt om de taken van de gids niet te veel vast te leggen in regelgeving. Wel wordt het gewaardeerd als er straks een wettelijke grondslag voor de gidsfunctie komt op basis van de nieuwe wetgeving.

  • Het is logisch dat gemeenten en UWV de gidsfunctie gezamenlijk bespreken, opzetten en kennis hierover te delen over best practices.

  • Er wordt benadrukt dat de gidsfunctie een laagdrempelige, gastvrije ingang moet bieden voor alle werkenden, werkzoekenden en werkgevers zonder onderscheid te maken tussen verschillende doelgroepen. En dat de gidsen goed geïnformeerd moeten zijn over alle beschikbare diensten en partners in het Werkcentrum, zodat zij effectief kunnen doorverwijzen en ondersteunen.

  • Er ontstaat een levendige gedachtewisseling over de invulling van de gidsfunctie en wat daarbij allemaal komt kijken. Als stof tot nadenken een aantal opmerkingen:

    • “Als een gids alles weet wat er in de regio speelt en ook nog een goed gesprek kan voeren, is hij morgen weggekocht. Wij zetten veel meer in op hoe misschien wel iedereen in de arbeidsmarktregio goed is geïnformeerd over het hele aanbod.”
    • “Het gaat om de verantwoordelijkheid voor het opleiden en bijscholen van mensen, zodat hun kennis actueel blijft. UWV en gemeenten moeten daarvoor ruimte blijven bieden.”
    • “Houd de leerervaringen in stand, die zijn opgedaan bij het bespreken van casuïstiek vanuit het RMT.”
    • Uit een onderzoek in onze regio kwam naar voren dat werkcoaches vooral een informeel netwerk hebben waarin ze doorverwijzen. Daarvan hebben we gezegd: het is mooi om dat te koppelen aan de ontwikkeling van het Werkcentrum. Wij willen het informele netwerk verrijken met het formele netwerk.”
    • Let op de verbinding met de sociale kaart. Niet alle inwoners die bij het Werkcentrum binnenlopen, hebben meteen een vraag over werk of leren. Zij hebben, bijvoorbeeld vanwege een belemmering, soms een heel ander soort hulp nodig. Dat vraagt ook het nodige van de gidsfunctie.”

Voortzetting van huidige dienstverlening

Het regionaal mobiliteitsteam (RMT) en het Leerwerkloket (LWL) stoppen aan het eind van het jaar. Gaan regio’s in de komende periode door met de dienstverlening hiervan? En zo ja, hoe? Tanja vat de 2 signalen samen zoals de aanwezigen deelden in de vorige meeting op 27 mei:

  1. De meeste regio’s zijn van plan om de dienstverlening van het RMT en het LWL voort te zetten, ook in het transitiejaar 2025. Zij bekijken welke middelen ze hiervoor kunnen gebruiken.
  2. Veel regio’s hechten grote waarde aan het onafhankelijk scholingsadvies van het LWL. Zij blijven in ieder geval vasthouden aan dit element van de dienstverlening. Daarachter zit wel een financieringsvraagstuk. 
    • Zuid-Limburg gaat expertiseteams inzetten die samenwerken bij dienstverlening op regioniveau. Recent is er een brainstormbijeenkomst met ruim 20 experts geweest over de vraag: hoe kunnen we ervoor zorgen dat expertises veel meer bij elkaar komen? De teams hoeven niet rondom doelgroepen of vakgebieden te worden samengesteld; ook andere invalshoeken zijn mogelijk. Daarmee wordt een fundament gelegd voor de dienstverlening in het Werkcentrum.
    • Twente heeft vanuit de ambities en doelen in kaart gebracht wat de taken zijn en welke personele formatie daarbij hoort. Voor de baten worden vooral middelen van de regio zelf ingezet, zoals ESF-middelen.
    • In Groningen is men tot de conclusie gekomen dat het RMT goed kan worden ingezet als expertiseteam in de nieuwe structuur. Er komen meerdere Werkcentra in deze grote arbeidsmarktregio, die door dit team zullen worden ondersteund. Het jaar 2025 wordt benut om te kijken naar: wat doet dit? Gaat het expertiseteam ook echt helpen in de ondersteuning?

    Er wordt volop uitgewisseld met welke verschillende financieringsmogelijkheden de dienstverlening van het RMT en LWL in 2025 mogelijk kan worden voortgezet. Een aantal deelnemers reageert enthousiast over nieuwe opties die ze van hun collega’s horen:

    • algemene middelen en reserves van de arbeidsmarktregio;
    • nog beschikbaar geld vanuit het Europees Sociaal Fonds Plus, het Just Transition Fund en andere subsidieregelingen;
    • bijdrage van individuele partners in de regio;
    • gesloten beurzen bij inzet van experts van partners;
    • middelen vanuit de Regio Deal.

Thema 2: Communicatie

Na een korte pauze zijn zo’n 30 communicatieadviseurs in de meeting aangesloten, zowel uit arbeidsmarktregio’s als van landelijke partijen. Tanja heet deze collega’s welkom en licht voor de nieuwe aanwezigen kort de context van de meeting toe. Daarna geeft Tanja het woord aan Esther de Boer (communicatie SZW).

Naar een gedragen merkidentiteit en positionering van het Werkcentrum

Alle aanwezigen hebben recent informatie ontvangen via mail. Tijdens de meeting wordt de actuele stand van zaken (zoals gemaild) verder toegelicht. De rode draad is dat alle stakeholders goed worden geïnformeerd. 

Inmiddels is de werkgroep communicatie van start gegaan, waaraan behalve vertegenwoordigers van de landelijke partijen ook communicatieadviseurs van 3 arbeidsmarktregio’s deelnemen. Te weten Groot Amsterdam, Twente en Midden-Holland. Verder neemt ook Elly Hekman deel, senior communicatieadviseur bij de Programmaraad.

Het is de bedoeling om toe te werken naar een gedragen merkidentiteit, vertelt Esther. We brengen nu in kaart welke vraagstukken moeten worden beantwoord in dit traject. Hierin gaat de landelijke website mee. Ook loopt er momenteel een inkooptraject voor een communicatiebureau dat ons gaat ondersteunen bij met name het project Merkidentiteit/positionering.

Kwaliteit leidend in proces

In juli en augustus worden de ontwikkelingen geïnventariseerd die moeten worden meegenomen in de merkidentiteit. Het streven is om in september een voorstel voor te leggen aan de landelijke werkgroep en vervolgens in oktober te agenderen in de landelijke stuurgroep voor besluitvorming. Daarna zal de merkidentiteit van het Werkcentrum visueel en tekstueel nader worden uitgewerkt.

Esther noemt het een ambitieuze planning. De kwaliteit is leidend, zowel bij de inhoud als bij de uitwerking. Tegelijkertijd is het ook belangrijk om richting het transitiejaar 2025 zaken gereed te hebben. De werkgroep communicatie heeft een vragenlijst opgesteld (NB: in de tweede week van juli verstuurd). Hiermee willen we inzicht krijgen in de huidige stand van zaken in de regio’s, zegt Esther. Het zou super zijn als per regio de vragenlijst gezamenlijk wordt ingevuld door de kwartiermaker en communicatieadviseur. De ingevulde vragenlijsten vormen ook de input voor de briefing aan het communicatiebureau.

Eenheid in verscheidenheid

Het uitgangspunt bij de merkidentiteit is ‘eenheid in verscheidenheid’. Deze basis is vermeld in de Kamerbrief, zegt Esther. Wat vaststaat:

  • de naamgeving Werkcentrum (zowel landelijk als regionaal) en de aanduiding Werkcentrum plus de naam van de regio; 
  • een landelijke website;
  • een eenduidige, landelijke huisstijl voor het Werkcentrum;
  • het verdwijnen van de naamgeving WSP (op termijn), Leerwerkloket en RMT.

Esther licht toe: we willen in de communicatie toewerken naar eenduidigheid voor de einddoelgroepen (werkzoekenden, werkenden en werkgevers). De merkidentiteit wordt uitgewerkt door beleid (leden landelijke werkgroep) en communicatie (leden communicatie werkgroep), onder begeleiding van het communicatiebureau. 

Voor wat betreft de landelijke website denken we aan een gemakkelijk ‘kloonbare site’. Zeg maar een basiswebsite die vervolgens per regionaal Werkcentrum kan worden uitgebreid. Dat is niet alleen handig omwille van de uniformiteit maar ook vanwege het gezamenlijk beheer. Voorwaarde is wel dat iedereen deze aanpak ziet zitten. Vanuit Haaglanden wordt een aantal tips en ervaringen gedeeld (één URL, subdomeinen, één contentmanagementsysteem etc), die na de meeting verder worden besproken.

We willen in de communicatie toewerken naar eenduidigheid voor de einddoelgroepen

Esther de Boer

In 2025 gebruik van huisstijl mogelijk

In het traject gaat het om vragen als: wat is de visie op en de missie van het Werkcentrum? Wat zijn de kernwaarden? Wie zijn precies de doelgroepen? Wat vinden zij belangrijk? 

Het idee is dat uiteindelijk alle afspraken worden vastgelegd in een ‘brandbook’ of misschien wel een ‘brandportal’. De planning is om in 2024 dit traject te doorlopen, zodat in het transitiejaar 2025 in principe iedereen de landelijke huisstijl kan gebruiken. Esther adviseert om te wachten op deze huisstijl. En als een regio al een tijdelijke visuele uitwerking heeft: wees er zeer terughoudend mee.

Een deelnemer noemt het bestaande UWV-handboek voor het Werkcentrum, is die te gebruiken? 

Hilde de Boer (SZW): Er is besloten met alle partners samen een nieuwe merkidentiteit te ontwikkelen die aansluit op alle behoeftes. Wat dat betreft liggen de ervaringen met de RMT’s ons nog vers in het geheugen, herinnert Tanja de deelnemers. “De publieke dienstverleners kregen toen van vooral de sociale partners het verwijt dat ze te hard liepen. Nu speelt ook onderwijs nog een rol. Laten we leren van die ervaringen en ons voordeel ermee doen!” De merkidentiteit is meer dan een logo maken; het gaat erom om met elkaar te delen wie we (willen) zijn als Werkcentrum. De merkidentiteit moet je met alle partners ontwikkelen, zodat deze wordt gedragen door iedereen. Dat is de insteek van de uitwerking momenteel.

Domeinnamen

Een deelnemer vraagt of er al iets bekend is over de domeinnamen die door andere partijen geregistreerd zijn. Het gaat om domeinnamen die bijna hetzelfde zijn als de officiële namen, bijvoorbeeld met een extra koppelstreepje. Dit wordt nog uitgezocht. De officiële domeinnamen zijn in ieder geval veiliggesteld. Voor alle 35 arbeidsmarktregio’s zijn de domeinnamen geregistreerd in overeenstemming met de vermelding die in de Kamerbrief is vastgesteld.

Samenhang met andere merkidentiteiten

Een andere deelnemer benoemt de samenhang met andere merkidentiteiten. Denk bijvoorbeeld aan jongerenloketten of loketten voor Wmo, schuldhulpverlening en zorg. Dit is een belangrijke vraag voor het traject voor de merkidentiteit. “Goed om dit signaal te kennen, dat wordt meegenomen in het proces."

Tot slot laat Esther weten dat een aantal FAQ's over communicatie in de maak zijn.

2 vragen aan deelnemers

De deelnemers krijgen zelf ook 2 vragen voorgelegd:
 

    • Ja, wij voeren de naam Werkcentrum al
      Dit geldt voor 8 regio’s: 

      Amersfoort Groot-Amsterdam Helmond-De Peel (vanaf juli officieel)
      Noordoost-Brabant Rijnmond Veluwe Stedendriehoek
      Zuid-Kennemerland en IJmond Zuid-Limburg  
    • Nee, wij voeren de naam Werkcentrum nog niet
      Dit antwoord wordt door 22 regio’s gegeven: 

      Drechtsteden Drenthe Flevoland Foodvalley
      Friesland Gorinchem Groningen/Noord-Drenthe Haaglanden
      Holland Rijnland Midden-Gelderland Midden-Holland Midden-Limburg
      Midden-Utrecht Hoord-Holland Noord Noord-Limburg Rijk van Nijmegen
      Twente West-Brabant Zaanstreek Waterland Zeeland
      Zwolle Zuid-Holland Centraal    
    • Nee, wij voeren de naam Werkcentrum nog niet maar gaan dit binnenkort wel doen. 
      Rivierenland geeft aan dit in ieder geval vanaf 2025 en mogelijk eerder te gaan doen.

    Een kleine kanttekening: 4 arbeidsmarktregio’s ontbreken in deze overzichten (Achterhoek, Gooi en Vechtstreek, Midden-Brabant en Zuidoost-Brabant).

    • Ja, namelijk met …. 
      Hierop reageren 15 regio’s positief: 
      • Drechtsteden
      • Gorinchem (met UWV, gemeenten, RMT en ontwikkelbedrijf)
      • Groningen/Noord-Drenthe (deels, wordt uitgebreid)
      • Groot-Amsterdam (met regiogemeenten, UWV, vakbonden en mogelijk ook onderwijs)
      • Haaglanden (geprobeerd maar de meeste partners kunnen niet leveren; met gemeenten en UWV wel)
      • Helmond-De Peel
      • Midden-Holland (met gemeenten, UWV en ontwikkelbedrijven)
      • Midden-Limburg (rondom website, met centrumgemeente, UWV, WSP, LWL en vakbond)
      • Midden-Utrecht (met alle partijen, ook gemeenschappelijke strategie)
      • Noord-Holland Noord (UWV, gemeenten, vakbonden en RPA)
      • Noordoost-Brabant (met alle partners)
      • Rijnmond (met alle partners)
      • Zuid-Holland Centraal
      • Zuid-Limburg (met gemeenten, UWV, roc en Werkcentrum)
      • Zwolle (met WSP, LWL en onderwijs)
    • Nee 
      Dit is van toepassing voor 3 regio’s: 
      • Flevoland
      • Holland Rijnland (verwacht nog wel dit jaar) 
      • Zaanstreek Waterland
    • Nee, maar wij zijn gestart/starten binnenkort met het vormgeven van een regulier communicatieoverleg.
      Geen enkele regio kruist dit antwoord aan.

    Een kleine kanttekening: 4 arbeidsmarktregio’s ontbreken in deze overzichten (Achterhoek, Gooi en Vechtstreek, Midden-Brabant en Zuidoost-Brabant).

3. Overige actualiteiten

Tot slot worden nog kort enkele andere actuele onderwerpen behandeld;

  • Het aantreden van het nieuwe kabinet zorgt voor enige vertraging bij de internetconsultatie. Het wetsvoorstel hervorming arbeidsmarktinfrastructuur wordt opgepakt met de twee nieuwe bewindspersonen SZW. Daarom was vóór de zomer geen internetconsultatie meer mogelijk, vertelt Brian. We hopen dat het deze zomer wel lukt. Dat hangt af van wanneer we met minister Eddy van Hijum en staatssecretaris Jurgen Nobel om tafel kunnen.
  • Er wordt een modelconvenant voor de regionale samenwerking gemaakt. Daarvoor wordt deze zomer input opgehaald bij de landelijke partijen en ook bij een aantal arbeidsmarktregio’s. Het streven is om eind september het modelconvenant te presenteren. Dat kunnen de samenwerkende partijen in de regio’s gebruiken om afspraken te maken.
  • Op 21 juni was er een bijeenkomst van de bestuurders van de A35-gemeenten. Er is brede steun voor de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur, vertelt Pearl. De samenwerking met UWV is positief. De wethouders willen er een succes van maken, waarbij zij het behoud van regionale flexibiliteit erg belangrijk vinden. Er zijn wel uitdagingen wat betreft budgetten, landelijke kaders en doelen. Tijdens de bijeenkomst is ook het mooie praktijkvoorbeeld van de regio Amersfoort gedeeld, en werden ervaringen uitgewisseld over de samenwerking tussen de centrumgemeente en regiogemeenten.
  • De VNG heeft een uitvraag bij de centrumgemeenten gedaan in verband met de hervorming. Wat loopt goed? Waar loopt een gemeente tegenaan? Waar kan men van elkaar leren? De resultaten worden eind juli bekendgemaakt.
  • Een deelnemer verzoekt of de middelen eerder dan in de meicirculaire 2025 kan worden vrijgegeven. Dit omdat het lastig is om in 2024 al middelen uit te geven die pas in 2025 worden ontvangen.  Helaas is dat niet mogelijk. SZW mag alleen in mei nieuw geld uitkeren, en dus niet al in september of december. Wel probeert SZW de zekerheid te geven dat de middelen in mei beschikbaar komen. Een aantal arbeidsmarktregio’s geeft aan dat dit voldoende moet zijn om voor te financieren. Als hiervoor iets extra’s nodig is, laat het SZW weten. Tot slot: in september geeft SZW de hoogte van middelen aan in verband met het Btw-compensatiefonds. 

De Programmaraad en het ministerie van SZW organiseren dit jaar nog 3 bijeenkomsten voor programmamanagers van de arbeidsmarktregio’s en regionale kwartiermakers van het Werkcentrum. Deelname is op uitnodiging. De bijeenkomsten zijn gepland op:

  • 6 september: online sessie
  • 18 oktober: online sessie
  • 14 november: live bijeenkomst (tijdens de Programmaraad Praktijkdag in Bunnik)