Individuele Plaatsing en Steun (IPS) is een bewezen effectieve methode om mensen met een (ernstige) psychische aandoening aan het werk te helpen. IPS wordt uitgevoerd door speciaal opgeleide IPS-trajectbegeleiders vanuit de GGZ. Kenniscentrum Phrenos bewaakt de modelgetrouwe uitvoering en biedt veel informatie over IPS, waaronder onderzoeken naar de werking van IPS uit binnen- en buitenland.
Kenmerken IPS
Handboek IPS Werkt!
Cognitieve training versterkt IPS
UWV-onderzoekssubsidie IPS
Gemeenten en IPS
IPS en common mental disorders (CMD)
Finaciering IPS
Finaciering van IPS door zorgverzekeraars
Onderzoek effectiviteit van IPS
Essentieel voor IPS is de combinatie van behandeling en arbeidstoeleiding. IPS wordt verder gekenmerkt door:
- Iedere cliënt die een reguliere baan wil, kan meedoen (zero exclusion).
- Er wordt snel gezocht naar een echte baan, werken aan werkvaardigheden gebeurt ‘on the job’ (first lacet hen train).
- Lukt het niet in de eerste baan, dan is dat geen mislukking, maar een ervaring.
- De arbeidswensen van de cliënt staan centraal.
- Er wordt langdurige ondersteuning geboden, zowel aan de cliënt als aan de werkomgeving.
- IPS is geïntegreerd met behandeling: de trajectbegeleider is lid van een ambulant GGZ-team.
- Doorlopende, systematische inschatting van arbeidsmogelijkheden.
- Systematische ‘job development’.
- Individuele begeleiding bij uitkeringskwesties (‘benefit counseling’).
Zie ook de werkwijzer van Divosa en ‘Samen werken aan werk' (paragraaf 3.5).
Eind 2017 verscheen ‘IPS werkt! Handboek werken en leren met Individuele Plaatsing en Steun’. Dit Nederlandstalige handboek laat zien dat IPS resultaten oplevert voor mensen met (ernstige) psychische aandoeningen die een gewone baan willen of een opleiding willen volgen of hervatten.
Het toevoegen van cognitieve training aan Individuele Plaatsing en Steun (IPS) vergroot de kans op succes op de langere termijn voor mensen die de afgelopen vijf jaar een eerste psychose hebben doorgemaakt. Mensen die de training hebben gedaan krijgen vaker betaald werk en werken meer uur per week dan de mensen die alleen IPS kregen. Dat is de uitkomst van een gerandomiseerde gecontroleerde trial (RCT) die Phrenos tussen 2014 en 2018 uitvoerde.
UWV subsidieert sinds 2017 jaarlijks 500 IPS-trajecten voor mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering van UWV. Deze subsidie duurt vijf jaar en er is 20 miljoen euro voor beschikbaar. GGZ-instellingen kunnen elk half jaar subsidie aanvragen. UWV gaat tegelijkertijd onderzoeken wat de effecten zijn en hoe deze aanpak structureel kan worden gefinancierd. Inmiddels hebben ook enkele gemeenten die via een GGZ-instelling IPS toepassen een verzoek ingediend om mee te doen aan het onderzoek.
IPS kan niet buiten de GGZ om worden toegepast. Maar niet alle gemeentelijke cliënten met mentale problemen zijn in behandeling bij de GGZ. Supported Employment kent ongeveer dezelfde uitgangspunten als IPS, maar niet het behandelelement. Voor cliënten die niet in behandeling zijn bij de GGZ is Supported Employment soms een goed alternatief. Zie hierover ook de factsheet 'Arbeid en psychische aandoeningen' van het Trimbos-instituut.
IPS is ontwikkeld voor mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA), maar men vraagt zich steeds vaker of het ook geschikt is om mensen met lichtere aandoeningen (common mental disorders – CMD) aan het werk te helpen.
Het ministerie van SZW stelde voorjaar 2019 een subsidie beschikbaar voor tweehonderd trajecten voor de CMD-doelgroep bij UWV en gemeenten. De trajecten duren twee jaar, met de mogelijkheid van verlenging met één jaar. De regeling is bedoeld voor mensen die willen werken maar geen werk hebben en die bij de GGZ in behandeling zijn voor een lichte psychische aandoening. Per traject is er 8.000 euro beschikbaar.
Zie ook de folder over regeling voor meer informatie.
IPS wordt toegepast door de GGZ. Maar toeleiding naar werk maakt integraal onderdeel uit van de methodiek. Dat roept de vraag op hoe IPS wordt gefinancierd. In augustus 2016 gaf het Zorginstituut Nederland (ZIN) in het rapport ‘Bevorderen van participatie van cliënten met een psychische stoornis’ duidelijkheid over de verantwoordelijkheden voor het bevorderen van participatie van cliënten in de GGZ:
- De eerste gesprekken van een IPS-traject worden via Zorgverzekeringswet (Zvw) betaald. Meestal gaat het om de eerste acht gesprekken.
- De eigenlijke toeleiding naar werk behoort tot het participatiedomein en moet daar ook uit betaald worden. Zie onder meer: ‘Samen werken aan werk' (paragraaf 4.2 en 4.6).
Op lokaal niveau betalen zorgverzekeraars soms mee aan IPS-trajecten, bijvoorbeeld in Amsterdam. Overleg rond de inzet van IPS kan onderdeel uitmaken van regionale samenwerking van verzekeraars en gemeenten. Zie onder meer het rapport ‘Samen werken aan werk’ (paragraaf 4.5).
Zie ook de 'Samen voor re-intergratie' handreiking van het VNG.
Wat zijn de effecten van IPS op het verlagen van de uitkeringslasten en de ziektekosten van klanten?
Er zijn verschillende onderzoeken die aantonen dat IPS zorgt voor significante vermindering in de zorgkosten over tijd ten opzichte van de reguliere zorg. De resultaten van deze onderzoeken geven over het algemeen aan dat IPS kosten-effectiever is dan reguliere zorg. Het meest concrete en representatieve onderzoek dat is gedaan is van Christensen en collega’s (2021). Zij toonden aan dat na 18 maanden IPS heeft gezorgd voor bijna 10.000 euro minder zorgkosten dan na 18 maanden in de reguliere zorg.
Er is minder onderzoek gedaan naar de invloed van IPS op het verminderen van de uitkeringslasten. Echter toonde Australisch onderzoek van Killackey en collega’s (2008) naar de effectiviteit van IPS bij mensen met een vroege psychose aan dat mensen met IPS na 6 maanden tussen 25% en 55% minder vaak gebruik maakten van een uitkering, dit was een significante vermindering van het gebruik van uitkeringen over tijd. Daarnaast daalde het gebruik van uitkeringen bij de IPS groep ook significant meer dan in de groep die reguliere zorg kreeg. Bij de reguliere zorg groep bleven evenveel cliënten afhankelijk van een uitkering.
Op basis van de literatuur zijn er dus inderdaad aanwijzingen dat IPS leidt tot gunstige effecten op de zorgkosten en uitkeringslasten.
Lees voor een meer uitgebreide toelichting de Uitwerking evidentie kosten-effectiviteit IPS.