Er zijn veel termen om psychische problematiek aan te duiden zoals ziekte, aandoeningen, kwetsbaarheid, beperkingen stoornissen en problemen. In deze Kennisbank gebruiken we meestal de term psychische kwetsbaarheid.
Gangbare indelingen
Globale inleiding aandoening en verstandelijke beperkingen
DSM-5
Welke aandoeningen vallen onder EPA?
Aandoeningen kunnen variëren van licht tot (zeer) ernstig. EPA (Ernstige Psychische Aandoeningen) en CMD (Common Mental Disorders) zijn termen die veel gebruikt worden om het onderscheid in de mate van ernst duidelijk te maken. Dat is misleidend, want de term CMD gaat niet over de ernst, maar over de frequentie van de aandoening. Het is natuurlijk wel zo dat lichtere aandoeningen vaker voorkomen dan de zwaardere.
Een alternatieve, veel gebruikte indeling is de volgende:
- Licht tot matig: stress-gerelateerde klachten (overspanning, aanpassingsstoornis, burn-out). Herstel is goed mogelijk zonder behandeling bij de GGZ.
- Matig tot ernstig: angst- en stemmingsstoornissen, stoornissen door middelengebruik. Professionele behandeling (begeleiding, gesprekken, therapie, medicatie) is vaak noodzakelijk.
- Ernstig tot zeer ernstig: psychiatrische stoornis die gepaard gaat met ernstige beperkingen in sociaal en maatschappelijk functioneren. Behandeling in de GGZ is noodzakelijk.
Psychische aandoeningen zijn nooit statisch, er is een afwisseling van perioden met minder klachten en perioden met meer klachten (ze hebben een episodisch karakter). Onder invloed van allerlei factoren (waaronder werk) kunnen aandoeningen zich in positief of negatief ontwikkelen. Dat kan ook betekenen dat mensen soms wel kunnen werken, en dan weer een tijdje niet.
Informatie over psychische aandoeningen is onder meer te vinden in hoofdstuk 6 van de 'Werkwijzer Psychische aandoeningen en lichte verstandelijke beperkingen'. Dit is een globale inleiding en is zeker geen vervanging voor de kennis van behandelaars en experts. Alleen zij kunnen een diagnose stellen. Let op: het is niet alleen de aandoening die bepaalt of iemand kan werken of niet. Ook persoonlijke en externe factoren zoals stigmatisering spelen daarbij een rol (zie ook het ICF-raamwerk). De focus van de professional moet liggen bij wat iemand kan en wil, niet primair bij de beperking.
Voor het in kaart brengen van de symptomen van psychische ziektebeelden geldt de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) als het standaardwerk. De DSM biedt een uitgebreide classificatie en beschrijving van psychische aandoeningen. De huidige, vijfde versie stamt uit 2013. Sommige professionals vinden dat er in DSM-5 onnodig veel diagnoses zijn bijgekomen en dat er daardoor te veel nadruk ligt op ziekten in plaats van mogelijkheden. DSM-5 is niet online beschikbaar.
Zie ook de werkwijzer 'Psychische aandoeningen en lichte verstandelijke beperkingen'.
EPA staat voor ernstige psychische aandoeningen. Maar hoe bepaal je of de aandoening van je cliënt daaronder valt? De richtlijn ‘Werk en ernstige psychische aandoeningen’ van het Trimbos-instituut definieert deze doelgroep als volgt: mensen die gezien de ernst van hun psychische problemen en de daarmee samenhangende beperkingen in het dagelijks leven langdurig behoefte hebben aan ondersteuning, al dan niet vanuit geestelijke gezondheid. Hierin onderscheidt het zich van mensen met CMD waarbij het gaat om mildere psychische problemen en stoornissen die van korte duur zijn en relatief minder beperkingen veroorzaken.